dinsdag 30 september 2003

Would-be politieagente
Ik liet me uitbollen terwijl ik de huisnummers afspeurde. "92, 94, 96, ...". Ik reed over de verkeersheuvel de volgende straat in. "15, hé dat klopt niet. Ik ben op zoek naar 118". Het fietspad lag aan de andere kant van de straat maar ik reed nog een klein eindje verder op zoek naar een naambordje. Achter me hoorde ik getoeter. Ik reed rustig verder en bleef zoeken naar nummer 118. Het getoeter werd venijniger. Toen ik achter me keek zag ik een blonde vrouw furieus naar me zwaaien. Haar vuist gebald, haar wapperde voor haar ogen en mond in een grimmige trek. Ik manoeuvreerde mijn fiets aan de kant en stopte tussen twee geparkeerde auto's. Ze ramde nogmaals op haar toeter en gaf gas. Ik trok een gezicht en sprong weer op mijn fiets. "Een beetje rustiger kan ook", mompelde ik tegen mezelf en vatte mijn zoektocht naar nummer 118 weer aan.
Even plots als ze vertrok, remde ze, zette haar auto in achteruit en reed tot vlak voor me. Het portier werd opengesmeten en een lawine aan scheldwoorden werd op me afgevuurd.
"Heb je ************** geen ogen in je ***** kop, je mag hier **** niet rijden. Jij onverantwoordelijk kalf. En wiens fout zal het zijn als ik je per ongeluk omver rij. Mijn fout, omdat jij met je **** kop, waar geen greintje verstand in zit het nodig vind om zomaar op de openbare weg te fietsen. Zag je niet dat het ***** fietspad aan de andere kant van de weg lag, of ben je te stom omdat te snappen."
Geïrriteerd draaide ik me naar haar.
"Ik was op zoek naar nummer 118 en aan de andere kant van de straat kan ik de nummers niet lezen."
"Ah en nog blind ook. Besef je wel goed dat alle die mensen die omver gereden worden in het verkeer, dat dat jouw schuld is. Als jij zou rijden waar je moest rijden dan zou dat allemaal niet gebeuren."
Haar vinger wees beschuldigend naar mij. Haar ogen vlamden.
"Al die doden! Jouw schuld!", beet ze me toe.
Mijn mond viel open. Ik staarde haar ongelovig aan.
"Sorry mevrouw, maar ik denk dat u wat overdrijft."
"Kijk niet zo achterlijk. Als ik een politieagente was had je nu een fikse boete aan je broek. Je zou niet weten wat je overkomt."
Nu werd ik echt boos. Ik stapte van mijn fiets, stak de straat over naar het fietspad.
"Maar u bent geen politieagente. Misschien maar best ook", zei ik luid, zo kalm mogelijk.
Ik zette mijn voeten op de trappers en reed weg, verder speurend naar nummer 118, binnenin ziedend van woede. In de verte zag ik haar een oprit opdraaien.
"Nummer 118, nummer 118", murmelde ik in mezelf. "Ah daar, bij die oprit." Diezelfde oprit waar de would-be politieagente opgereden was. Mijn hart sloeg enkele slagen over. Ze zou toch ook niet die schrijfcursus volgen? Ik maakte mijn fiets met bibberende vingers vast en ging het gebouw binnen. Juist op tijd om haar de trap op te zien gaan.
Het pijltje "workshop sacrale dans" wiegde zachtjes op en neer aan de leuning van de trap nadat ze het voorbij gestoven was.
Verwenbeurtje
Mijn pen kraste zacht over het papier, letters krulden op en rond de lijntjes. Woorden leken zo uit de punt te vloeien, zonder dat ik er moeite voor hoefde te doen. Blad na blad vulde ik met mijn krabbels. Een hele wereld bloeide open op enkele A4-bladen.
Het licht wierp een gezellige oranje gloed op de muren. Door het plafond klonk gedempt de muziek van een dansworkshop. Voor de rest was het stil, gebogen over hun eigen blad penden mijn medecursisten ijverig door. De leerkracht zat bovenop zijn lessenaar. Hij liet zijn voeten op en neer zwieren en er speelde een genietende glimlach om zijn mond. Zo nu en dan wierp hij een opmerking in het midden. "Maak het concreet. Zoek dat spanningsveld. Besef dat jij verantwoordelijk bent voor de hele wereld die je aan het verzinnen bent."
Ik voelde me gloeien binnenin. Alsof mijn schrijfvingers zich wentelden in een weldoende massage. Ze werden weer soepel en beweegelijk. Energiek en plooibaar. Vindingrijk en vol levenslust. Het was goed om weer in de lesbanken te schuiven om iets te doen wat ik echt graag doe.
Toen ik naar huis fietste voelde ik me warm en rozig, ontspannen en wakker. Ik gloeide, tintelde, net alsof ik net uit de sauna kwam, niet uit een drie-uur-durende les op een keiharde stoel.

maandag 29 september 2003

Gloed
De zon scheen net de slaapkamer binnen. Een vurige oranje gloed leek de gordijnen in brand te zetten. Stofdeeltjes dansten als goud-glitterpoeder door de lucht. In de verte schitterden de torens van Brugge in de laatste zonnestralen. Daken gloeiden en de bomen wierpen een lange smalle schaduw over de weg.
Ik wou dat ik een digitale camera had. Mijn oude spiegelreflex met zwart-witfilmpje kon de essentie niet vatten.

zondag 28 september 2003

Horror
Nightmare on Elmstreet, Scream, Halloween, .... . Ik heb ze allemaal niet meer nodig om te huiveren. Ik heb geen horrorfilm meer nodig om een avondje te griezelen. Dat kan ik de laatste week al doen in mijn eigen dromen, of liever nachtmerries. Want die nachtmerries overtreffen alle horrorfilms die ik tot nu toe al zag. Liters bloed zie ik 's nachts stromen. Afhakken, openrijten, in mootjes kappen, neermaaien. De terminologie kent voor mij geen geheimen meer. Elke nacht opnieuw droom ik een compilatie van het hele horroroeuvre bij elkaar. Als iemand een scriptschrijver nodig heeft. Ik heb ondertussen al heel wat inspiratie opgedaan.
Het probleem is echter dat ik niet van horrorfilms hou. Als ik al moet kijken, dan gluur ik tussen mijn vingers door. Dan knijp ik mijn ogen dicht en vraag: "Zeg me als het voorbij is." Ik duik weg in de kussens van de zetel als er een mes in het maanlicht flikkert en op het moment dat de de muziek dreigend aanzwelt moet ik dringend iets in de keuken halen.

Ik hou niet van horror. Een goede thriller gaat er wel in, net zoals een grappige comedie of een aangrijpend drama. Aan wie moet ik vragen om de programmatie 's nachts te veranderen. Want ik snak meer naar "Amelie" dan nog een rondje Freddie Kruger.

zaterdag 27 september 2003

Loggers
"Wat is dat toch met al die loggers en Catan", schreef Wasbeer hier twee postjes lager. Ik weet het niet, maar het zette me wel aan het denken. Ik speelde de Kolonisten van Catan al lang voor ik weblogs begon te lezen, maar blijkbaar hebben we toch wel wat gemeen. Graag schrijven, dat is logisch. Maar zo te lezen zijn het merendeel van de loggers die ik volg ook poezengek, Harry Potters-adicten, spelletjes-liefhebbers en lettervreters.
Gek!

vrijdag 26 september 2003

Hoy
Word ik er droevig of blij van? Is het weemoedig of juist een vrolijk nummer? Ik kan niet beslissen. Ik kan het niet in een hokje steken. Soms loop ik al salsa'end door de kamer als dit door de boxen schalt. Soms kruip ik diep weg in de zetel en knijp mijn ogen dicht meedrijvend op de klanken.
Soms vind ik het jammer dat ik er niets van begrijp en steken de kriebels om Spaans te leren de kop op. Op andere momenten verzin ik er gewoon mijn eigen vertaling bij.

"Hoy" van Gloria Estafan is een fijn nummer.

Tengo marcado en el pecho todo los dias y el tiempo no me dejo estar aqui
Tengo una fe quemadura que va conmigo y me cura desde que te conoci

Tengo un hueya perdida entre tu sobra y la mia que no me deja mentir
Soy una moneda en la fuente tu mi deseo pendiente mis ganas de revivir

Tengo una mañana fustrante y una quarela esperando verte pintado de azul
Tengo tu amor y tu suerte y un caminito empinado
Tengo el bardero otro lado
tu eres mi norte y mi sur

Coro:
Hoy voy a verte de nuevo
voy en volverme en tu ropa
sursuramen tu silencio cuando me veas llegar

Hoy voy a verte de nuevo
voy alegrar tu tristesa
vamos hacer una fiesta pa'que este amor cresca mas

Tengo una frase colgada entre mi boca y al muada que me desnuda ante ti
Tengo una playa y un pueblo que me acompaña de noche cuando no estas junto a mi

Tengo una mañana fustrante y una quarela esperando verte pintado de azul
Tengo tu amor y tu suerte y un caminito empinado
Tengo el bardero otro lado
tu eres mi norte y mi sur

Coro 2x:
Hoy voy a verte de nuevo
voy en volverme en tu ropa
sursuramen tu silencio cuando me veas llegar

Hoy voy a verte de nuevo
voy alegrar tu tristesa
vamos hacer una fiesta pa'que este amor cresca mas
Ommezwaai
Toen de wekker me wakker piepte sleurde ik me met de meest mogelijke tegenzin uit bed. Weer een lange dag op bureau gevolgd door een vergadering. Weer een dag vol hollen en lopen. Boos murmelend gaf ik de katten eten forceerde mezelf een douche te nemen. Tijdens het ontbijt staarde ik glazig over tafel, tot mijn oog op mijn agenda viel. Vrijdag?

Hé, ik moet vandaag maar een halve dag werken en heb vanavond niets anders te doen dan tekenen, lezen en het kaartspel van Catan weer boven te halen. Mijn dag is alvast oké.

donderdag 25 september 2003

Afscheid
Ik voel het binnenin me bibberen terwijl ik een plaatsje zoek in de kerk. Een grote krop nestelt zich in mijn keel en ik de tranen prikken. "Ik kan dit niet", denk ik en probeer inmens hard niet te denken aan vier jaar geleden, toen ik zelf vooraan in de kerk zat. Ik knijp mijn handen tot een vuist en slik opkomende tranen weg.
De kist wordt binnengebracht. "Niet aan denken, niet aan denken", fluister ik mezelf stil toe. Klanken van Ozark Henry drijven door de ruimte. Ze zit vooraan in de kerk. Stil en bijtend op haar vingers. Ik voel steken van pijn. Dit mag niet met haar gebeuren, dit verdient ze niet. Ik weet hoe het voelt en dat is des te erger.
Halverwege de dienst lukt het me niet meer. Ze leest een tekst voor. Juist diezelfde tekst en ongemeen hard krijg ik mijn eigen verdriet als een boemerang terug in mijn gezicht.
Terwijl de tranen over mijn wangen lopen vraag ik me stil af om wie ik huil. Om haar of mezelf?

woensdag 24 september 2003

Markt
De markt is gezellig.
Kleurige bloemenkopjes fleuren de dag op. De geur van gebraden kip drijft over het marktplein. Marktkramers prijzen luidkeels hun waar aan. Oude dametjes struinen met hun rolkarretje volgestouwd met boodschappen langs de kraampjes. Gemoedelijk. Ze kunnen het echt niet helpen dat ze je enkels er bont en blauw mee rammen in hun poging om voor te schieten. Het ligt aan hun opvoeding dat ze je boos aankijken als je er iets op zegt. In hun tijd spraken de jongeren niet zo tegen de ouderen. Respect, dat is het wat de jeugd tekort heeft.
Ze kunnen het ook niet helpen dat ze geen tijd hebben. Daarom nemen ze in hun haast zelf het fruit al uit de dozen. Dan moet de marktkramer dan niet meer doen. Dat ze zo driftig met hun tros druiven zwaaien om hun aandacht te trekken zodat alle druifjes op de grond stuiteren, dat is niet grappig. Daar lach je niet mee.
En die fiets van jou die stond in de weg. Dus dan mag je die omduwen. Daar is toch niets verkeerd mee? Fruit dat op de grond gelegen heeft is best nog eetbaar. In de tijd van de oorlog zou je dankbaar zijn om een beurse appel te mogen eten.
De markt is gezellig.
Vooral de sfeer aan het kippenkraam. Het gezellige drummen, het gemoedelijke vloeken. De vriendelijke durf-nog-één-iets-extra-te-bestellen-en-ik-rijg-je-eigenhandig-aan-het-spit-blik. Echt waar, de markt is gezellig.
Ik zou het meer moeten doen.
Humor
De regen gutste over de bomen, de gevels en de late wandelaars in de stad. Met sombere gezichten doken ze weg onder een paraplu of haasten zich naar een schuilplaats om de bui uit te zitten.
Ik reed op mijn fiets door de straten, met een brede glimlach op mijn gezicht. De glimlach werd een grijns. Die grijns werd een giechel. Die giechel vloeide over in een schaterlach. Ik giechelde, grinnikte, gierde, snikte en hapte naar adem van het lachen. Voor het stoplicht hing ik over mijn stuur om bij te komen. De weinige voorbijgangers keken me geamuseerd-verbaasd aan terwijl ik gierend van het lachen verder door de straten bolde.
Dat heb je dan ook als op het geleende mini-discje opeens stukjes Nederlands cabaret blijken te staan. Toch iets waar ze stukken beter in zijn dan de Belgen.

dinsdag 23 september 2003

Lui
Oog: Hé, de veter van je schoen is los.
Hersenen: Je moet straks naar de kinesist voor je voet. Dat betekent dat je schoenen uit moeten. Dus denk maar niet dat je je nu gaat bukken om die losse veter opnieuw te knobbelen. Energieverspilling.
Herfstig
Laat die bladeren maar vallen. Laat de wind rond mijn oren suizen. Laat de regen furieus op de ruiten tikken. Ik ben er klaar voor. Ik heb er zin in. En hoewel ik nu al weet dat ik de regenbuien zal vervloeken op het moment dat ik halfweg ben op de fiets en nog vier kilometer verder moet ploeteren. Alhoewel ik zal vastvriezen op mijn bureaustoel (want de verwarming zal hier nooit te vroeg aangestoken worden. Meestal pas als de eerste bevriezingsverschijnselen een feit zijn.) Alhoewel ik binnen een maand weer luidop zal dromen van een stralende zon en terrasjes.
Toch geniet ik weer met volle teugen van de romantiek die het steevast met zich meebrengt. Voor het haardvuur met een goed boek. Samen in de zetel. Warme wijn drinken. Door de dorre bladeren wandelen. Wegknuffelen in warme pulls. Je tot in de toppen van je tenen opwarmen in de sauna.

Het is herfst!
Voordeel
Als het buiten weer wat frisser wordt, geniet ik tot in de toppen van mijn tenen van dat kleine straaltje zon op mijn rug.

maandag 22 september 2003

Hier spelen wij
Gewoontegetrouw draai ik rechts de straat in om naar de parkeergarage te rijden. Voor de neus van m'n auto doemen echter drie grote hekkens op met daar achter een gigantische picknick-tafel. Een politieagent loopt naar me toe en steekt -duidelijk geroutineerd- zijn verhaaltje af. Autoluwe maandag - verkeersvrije schoolomgeving - ja, jammer dat de garage onbereikbaar is - neen, je mag er niet door - het is maar voor één dag. Met een brede glimlach stuurt ie me rijden. Ik foeter stilletjes in mezelf en ga op zoek naar een plekje voor mijn auto. Wat later wandel ik opnieuw voorbij de straat op weg naar mijn werk. Honderden vrolijke gekleurde vlaggetjes wiegen in de wind, kinderstemmetjes weerkaasten op de gevels. Op straat zoeven een twintigtal kleuters op hun driewielers door een verkeersparcourtje. Ik kijk even naar hen. Twee vechten om een roze fiets met steunwieltjes. Wat verder kruipen drie jongetjes samen op één driewielertje en kantelen bijna onmiddellijk. Een blond jongetje sjeest tot aan de versperring en grijnst naar me.
Ik foeter stilletjes op mezelf terwijl ik verder stap. "Moest je daar nu zo moeilijk over doen?"

zaterdag 20 september 2003

Amina
Gelezen bij Dominiek en onmiddellijk ook hier geplaatst omdat elke handtekening kan helpen.

Mag ik jullie aub vragen om deze petitie te tekenen? De info komt van Amnesty International. De steniging van Amina Lawal is bevestigd !!!

Gelieve deze boodschap door te sturen : er werden te weinig handtekeningen TEGEN haar steniging bijeengekregen. Het “Supreme Court” van Nigeria heeft enkel de steniging verlaat met 2 maanden opdat Amina afscheid zou kunnen nemen van haar baby. Na deze termijn, zal ze tot aan haar nek begraven worden en nadien gestenigd. BEHALVE, indien een hele hoop handtekeningen de Nigeriaanse regering van mening zou kunnen doen veranderen.

Amnesty International vraagt om enkel een petitie te ondertekenen op hun website. Dankzij een campagne van handtekeningen werd een andere vrouw een tijdje geleden gered. Haar naam : Safiya. Gelieve dus het nodige te doen op deze website.

Denk niet dat uw handtekening niet uitmaakt ! Stuur deze boodschap door !!

DANK

vrijdag 19 september 2003

Spitsbroeder
Het voelde een beetje als dat nieuwe schooljaar toen mijn beste vriendin naar een andere school gegaan was. In die grote zaal vol bekende mensen miste ik hem toch een beetje. Mijn collega die een maatje werd. De maandelijkse afspraak in Brussel leek opnieuw een beetje dreigend. Alleen op trein en bus. Geen vaste buur meer die weet hoe ik mijn koffie drink. Geen stoel meer voor hem vrijhouden. Geen stille grappen en grollen meer als het wat minder boeiend word.
Ik zeg iedereen goeiedag en schuif door naar een lege stoel. Iedereen babbelt rustig verder en ik voel me onwillekeurig een heel klein beetje alleen. Ik neem wat koffie en denk aan mijn maatje. Hoe zou het met hem gaan in zijn nieuwe job?

donderdag 18 september 2003

Knip Knip
Mijn nek voelt akelig fris en tochtig. Onwennig. Ik herken mezelf niet meer in de spiegel. Ik mis de pieken die vaak voor mijn ogen hingen. 's Morgens knoei ik met gel of wax om er toch nog iets van te maken, maar ondanks alle moeite blijf ik eruit zien als een jongen.
Ik bid dat mijn haren snel aan een groeispurt beginnen en ik weet nu ook één ding heel zeker. Mijn kapper en ik hebben niet dezelfde interpretatie van de woorden: "Niet te kort, graag."

woensdag 17 september 2003

Bel
Auto's, brommers en fietsers stonden geduldig voor de open brug. Op het water gleden drie binnenvaartschepen rustig voorbij. Ik wiebelde op mijn fiets, liet mijn voeten op en neer zwieren en luisterde met een half oor naar de radio van de auto naast me.
"Oh, dit is een geweldig nummer", hoorde ik de chauffeur zeggen terwijl hij de volumeknop een fikse draai naar rechts gaf. Tussen zijn tanden murmelde hij mee. Hij bewoog van links naar rechts en de auto schudde mee. De melodie schalde over een groot stuk van de binnenring. Hoe verder het nummer vorderde hoe luider de boxen leken te schallen.
"Nu! Juist nu!", riep hij enthousiast en brulde vals mee: "I looooooooooove you babie. Nananananananananaaaaaaaaaaa. I neeeeeeed you babie. Yalalalalalaaaaaaaaaaaa.
Gelukkig voor mijn trommelvliezen, maar jammer de amusementswaarde van het geheel overstemde de bel van de brug mijn buurman's grote finale.

maandag 15 september 2003

Je weet maar nooit
"Ik heb de papieren van de auto in orde gebracht en heb er voor de zekerheid maar drie aanrijdingsformulieren bij gestoken. Je weet maar nooit."

Grmbl!
Post
Vroeger stopte ik mijn arm in onze brievenbus om er de post uit te pulken. Ik had het geduld niet voor de vereiste routine. Eerst naar binnen lopen, sleutel te zoeken, terug buiten, deurtje brievenbus open en post er uit. Want misschien, heel misschien was er wel post voor mij. Leuke post. Een pennevriendenbrief, een kaartje of één van de tijdschriften die ik toen las.

Met een eigen huis komt een eigen brievenbus. Dat betekent veel post voor mij en jammer genoeg ook veel rekeningen.
Nu heeft het ritueel zich verplaatst naar mijn virtuele postbus. Nu wil ik daar hopen mailtjes. Geen spam of andere onzin, maar een leuk berichtje. En telkens ik mijn mailbox check prevel ik stil: "Leuke post, leuke post, leuke post."
Metamorfose
De man in zijn nette pak viel op. De scherpe vouw in zijn broek. Zijn felgekleurde stropdas en een zonnebril in zijn achterovergekamde haar. Hij paste niet in deze supermarkt. Hij paste niet bij de zuivelafdeling tussen de kaas en eieren. Met het mandje aan zijn arm zag hij er lachwekkend uit. Een karikatuur van zijn eigen zelf. Een vette knipoog naar alle maatpakken en stropdassen.

Ik kreeg een vaag gevoel van herkenning terwijl ik hem bekeek. Iets aan deze man kwam me bekend voor. Terwijl hij een pakje kaas in zijn mandje deponeerde zag ik een bekende flikkering in zijn ogen. Herinneringen borrelden terug op. Mijn studententijd. Mijn vroegere klasgroep. En de rebel van dienst: J.

De man in zijn nette pak en flitsende zonnebril was J. J. waar ik kilometers mee door Gent heb geslenterd. J. die vergroeid leek met zijn verschoten jeans en afgewassen T-shirt. J. die zwoor bij het vrije leven. Die de wijde wereld zou intrekken, alles achter zich zou laten. Die J. stond daar voor me in zijn zwarte grote mensenpak.
Mensen veranderen snel als je even niet kijkt.
Nostalgie
"In mijn tijd..." hoorde ik mezelf denken terwijl drie pubers op de fiets hun uiterste best deden om me van de baan te rijden. Ik ben oud geworden.

vrijdag 12 september 2003

*Beng*
En toen werden haar bumper en mijn moterkap één.
Creatieve geest
Een dompelvoormiddag noemden ze het, een inspiratiemoment. Of hoe benut je al het grafisch talent dat je lijf rijk is. Ik heb geen grafisch talent in mijn vingers, maar dat bleek geen excuus. We moesten onze creatieve geest trainen en laten zweten. Wroeten en graven in de verste hoekjes van onze verbeelding. We maakten associatiekettingen, bedachten slogans en beelden voor een campagne. En ik kreeg er plezier in. Het was anders. Geen zinsconstructies meer bedenken, teksten vlotjes over de pagina laten vloeien, haperende zinnen terug in het ritme zetten. In plaats daarvan werd ik op een onbewoond eiland geplaatst met een container vol wasknijpers en moest ik een manier verzinnen om daar weg te raken. Suggesties? Iemand?

donderdag 11 september 2003

Intellectueeltje
"Wie was Romeo's beste vriend?", klinkt het achter mij in de bus .
"Mer .... euh...... mersjutio?"
"Bijna."
"Mer .... euh.... Mercutio?"
"Goed zo. En wie heeft Romeo gedood toen Mercutio stierf."
"De neef van zijn liefje. Euhhh ..... Tibalt?"
"Heel goed. En kan jij mij zeggen op wie Romeo verliefd was voor hij Julia ontmoette?"
"Rosalinde."
"En wat waren de familienamen van Romeo en Julia?"
"Montague en Capulet?"
"Proficiat. Dat is heel knap van jou. Neem nu je tas want hier moeten we er af."

Door het raampje zie ik een blonde vrouw wegwandelen met een klein meisje aan haar hand. Hoogstens acht jaar. Haar staartjes wippen op en neer terwijl ze met haar Winnie de Pooh-rugzak zwaait.

woensdag 10 september 2003

Woorden
Ik ben op zoek naar woorden. Lieve woorden, troostende woorden, opbeurende woorden, hoopgevende woorden, begrijpende woorden. Woorden voor mijn broertje die het nipt niet haalde voor zijn herexamens. Woorden voor een lieve vrijwilliger die zijn broer gisteren verloor, want ik weet niet hoe ik een begrijpende stilte op papier moet zetten.
Timing
Het moment dat je in Brussel Noord afstapt, is niet het moment om je af te vragen of je je fiets die in Brugge aan het station staat wel op slot gedaan hebt.

dinsdag 9 september 2003

Pfffff
En toen was het op, leeg, gedaan, versleten, ....
.... voor vandaag.
Wegduiken
Ik trek de kast open - niet de mijne - en neem een pull van de stapel - ook niet de mijne. Het is een gewoonte die de kop opsteekt zodra de temperaturen ook maar ietsje naar beneden duikelen. Ik trek de pull - nog steeds niet de mijne - aan en nestel me in de zetel. Knieën verdwijnen onder de wol, mijn handen glippen in de mouwen, de rolkraag gaat tot over mijn oren.
Zodra het even kan trek ik een grote pull aan, een veel te grote. Manliefs extralarge-exemplaren zijn daar uitermate voor geschikt. En als een schildpadje trek ik me terug in mijn eigen huisje-omhulsel. Zodat er een stukje weer even van mij alleen is.
Quizvraagje (II)
Een uitsmijtertje. Wat krijg je als je het volgende optelt ...

Herstelde modem
Internet en email opnieuw springlevend
Een goede evaluatie
Gezellige lunch met een lieve vriendin
Opnieuw een lange avondvergadering in het vooruitzicht

maandag 8 september 2003

Quizvraagje
Als je de volgende gebeurtenissen optelt, wat krijg je dan?

Slecht geslapen
Internet en emails weigeren hun werk te doen
Twee uren zoeken en speuren naar de oorzaak van koppige Internetverbindingen en eigenzinnig emailverkeer
Modem naar de vaantjes
Werk blijft opstapelen, niets kan afgewerkt worden
Boze mensen die wachten op teksten aan de andere kant van de lijn
Proefdrukken kunnen niet verzonden worden
Twee banden van de auto lekgeprikt
Een lange avondvergadering in het vooruitzicht

zondag 7 september 2003

Verlangen
Opeens zat ze naast me op de zetel. Verlangen, een meisje met lange zwarte haren en heldere ogen. Verlangen komt zo nu en dan eens op bezoek en dan vertelt ze honderuit. Over die mooie reis naar Australië, over dat ligbad waar je uren tussen de bubbels kan dobberen. Ze fluistert in mijn oor over die boekenkast. Van vloer tot plafond, gevuld met prachtige verhalen. Ze babbelt opgewekt over een nieuwe fiets, eentje die niet om de haverklap met lekke band en kapotte versnellingen valt. Verlangen loopt door de woonkamer en toont plaatjes van een zachte zetel, mooie planten en dat prachtige kader. Grote knuffelkussens en een knetterend haardvuur. Ze fantaseert over die ene droomjob.
Ik ga op in haar verhalen, tot de bel gaat. Het is Tevreden die voor de deur staat. Hij wrijft even over mijn rug en nestelt zich bij ons in de zetel.

Verlangen is een fijne meid, maar ik vind het nog leuker als haar vriend Tevreden mee komt op bezoek.
Mars
Ademloos bewonderen we hem. De planeet Mars, die volgens de sterrekundigen deze nachten uitzonderlijk goed zichtbaar is. Met een vest om me heen geslagen en een glas wijn in mijn handen staar ik naar de sterrenhemel.
"Daar, vlak boven je!", wijzen ze. Vaag zie ik een rond rood schijnsel. Een bijzonder zicht. We nestelen ons op de vensterbank.
"Vreemd, een hele planeet die daar ergens rondzweeft."
"Ja, het doet je beseffen hoe klein wij eigenlijk maar zijn."

"Waar kijken jullie naar?", vraagt mijn peter terwijl hij zijn hoofd buitensteekt. We wijzen naar de rode planeet.
"Daar vlak boven je kan je Mars zien."
Hij tuurt ingespannen naar boven en draait zich plots om. Even later komt hij met een grote zaklantaarn terug buiten.
"Waar was dat weer?"
Opnieuw wijzen we boven ons hoofd. "Daar je kan niet missen."
"Dat is Mars niet!", grinnikt hij en schijnt met zijn zaklamp naar de hemel.
Mars zweeft opeens eigenaardig dicht boven ons. Zo'n 100 meter en is verbonden met twee stevige draden.
"Dat is volgens mij een markering voor de vliegtuigen op een hoogspanningskabel", buldert hij van het lachen terwijl hij weer naar binnen loopt.

vrijdag 5 september 2003

Hardhandig
"En nu mijn lievelingsgedeelte", grijnst hij breed.
Hij duwt me hard in mijn rug en ik vlieg vooruit. Op het moment dat ik weer stevig op twee voeten sta, duwt hij opnieuw. Ik zie alle hoeken van de kamer. Links, rechts, voor, achter. Telkens weer stompt hij in mijn rug. Ik vlieg vooruit, opzij. Ik zet me schrap, ik verzet me uit alle macht maar wankel en ga uiteindelijk toch tegen de vlakte. Als ik opkijk, torent hij hoog boven me uit. Triomfantelijk.
"Je redt het al beter dan de vorige keer", zegt hij terwijl ik rechtkrabbel.
"Tot dinsdag?"
Ik knik en loop snel de kamer uit.

Op straat bedenk ik dat mijn kinesist er veel meer plezier in heeft om mijn slappe enkel terug in vorm te krijgen dan ik.

dinsdag 2 september 2003

Bagage
Hij weegt het boek in de palm van zijn hand.
"Hoe ver ben je al in het verhaal?"
Ik kijk op van mijn koffer. "Euhm, pagina 20 dacht ik."
"Donna Tartt, de kleine vriend", leest hij hardop. "Dat lijkt me een aardige kluif. En hoe ver ben je al in dit boek?" Hij trekt een exemplaar van Nicci French vanonder een stapeltje handdoeken.
Ik duik een beetje weg achter mijn stapel T-shirts. "Ik ben er nog niet in begonnen."
"Hmm, hoeveel T-shirts heb je daar al ingepakt? Vier? En twee broeken zie ik. Nog twee pulletjes, vier paar kousen, ... ." somt hij op terwijl ik alles in mijn reistas probeer te proppen.
"Kim, voor hoe lang ga je eigenlijk weg."
"Eén nachtje!"

Ik zou een slechte backpacker zijn.
Vriendinnen
Ze zaten op een krukje. Drie jonge meisjes. Verschoten jeans, sneakers en hippe pulltjes. Hun stemmen kaatsten langs de muren zodat het gesprek voor iedereen te volgen was.
Uit het pashokje kwam een vierde meisje. Met een nieuwe jeansbroek aan. Ze draaide voorzichtig een rondje. De broek zat haar als gegoten. Haar ogen twinkelden blij.
"Wat vinden jullie ervan", vroeg ze aan haar vriendinnen.
Kritische blikken gleden op en neer.
"Je ziet er dik uit in die broek", vuurde de blonde af.
"Ja, je achterwerk lijkt gigantisch", beaamde de tweede.
"Echt?", vroeg het meisje. "Is het niet mooi."
"Op een olifant wel", lachte de derde.

Het meisje schoot terug het kleedhokje in. Ik zuchtte onhoorbaar.

maandag 1 september 2003


Vragen beantwoorden is leuk. Nieuwsgierig afwachten wat er in je mailbox binnenrolt, je hoofd breken op het antwoord en het dan neerkriebelen op je log. Na mijn tanden gekraakt te hebben op vijf vragen van Witte Walvis, kon ik mijn hersenen laten kraken om zelf leuke vragen te bedenken.
Binnenkort kan je op hun log lezen wat Jelmer, Dimi en Twweet ervan gemaakt hebben.
Vriendinnetje Play Queen
Soms denk ik dat ze haar eigen velletje uittrekt, netjes op een kapstok hangt met een grote glimlach in haar personage duikt. Vriendinnetje Play Queen wordt iemand anders als ze op het podium staat.
Maar dat hoef ik niet te vertellen, dat kan je hier lezen.