woensdag 30 april 2003

Nieuw kleurtje
Wel mooi dat paars. Levendig. Misschien hou ik het zo een tijdje, of misschien verander ik het volgende week wel weer. We zien wel.
Huh?!
Geen gaatjes, geen enkel. Mijn tanden zijn helemaal in orde. Heb ik me daar de hele dag zo zenuwachtig over gemaakt?
Trauma
"Ik doe het!" en even later "Vergeet het, ik ga niet!". "Mja, toch wel, dan ben ik er vanaf" waarop volgt "Neen, ik heb geen zin om me pijn te laten doen."
De tandarts zorgt altijd voor de nodige spanning. De tandarts met zijn griezelige witte stoel, met zijn spot die streng in mijn ogen schijnt, met zijn haakje waar ie mee in mijn mond wroet op zoek naar gaatjes. De tandarts waar er een weëe geur hangt, waar je het zoemen van de boor al in de wachtkamer hoort.
In mijn hoofd speelt zich een ware tweestrijd af. Ik ga wel, ik ga niet. De grote, volwassen Kim die weet dat het nodig is tegen de kleine Kim die nog steeds met trauma's van drillende boren en gigantisch grote spuiten leeft. Een oneerlijke strijd, want kleine Kim is veel banger van die spuiten dan dat de grote Kim volwassen is.
Veertien dagen geleden was ik moedig genoeg om een afspraak te maken, aangespoord door een irritante kies weliswaar. Nu is die kies weer rustig geworden. Hij laat zich niet meer horen of voelen, maar de afspraak met de tandarts staat nog steeds te blinken in mijn agenda.
"Ik ga wel"
"Neen, ik verzet de afspraak naar februari 2007"
*zucht* Het wordt een lange dag.

maandag 28 april 2003

File
Ze zitten te dringen. In mijn linkerpink het verhaaltje over het internetcafé, in de rechterwijsvinger de tango over de witte strepen op de straat. In mijn linkerduim is het verhaaltje over de peuter die het podium op kroop aan het springen om geschreven te worden en ergens in mijn linkerringvinger zit diep een verhaaltje verborgen over verlangen. Ze haasten zich allemaal naar de uitgang. Allemaal tegelijk en dat kan niet. Ik moet ze eerst op orde krijgen. Ze moeten elk hun beurt afwachten. Anders krijg je hier binnenkort een verhaaltje te lezen over de peuter die de tango danste op de tafels van het internetcafé.
Spring!
Er zit een klein meisje in mij dat wil dansen. Ik voel ze trappelen als er een leuk liedje speelt. Ik heb zin om rond te springen, wild met mijn hoofd te schudden, met mijn handen te zwaaien boven mijn hoofd.
Maar ik knijp enkel genietend mijn ogen dicht en voel hoe het kleine meisje doet wat ik niet durf te doen, hier midden op het plein.

Eén jaar, hiep hiep hoera
Er was wat minder zon, minder volk, minder eten, minder muziek, minder feestkledij, minder bloemen, .... dan vorig jaar. Maar het was zeker niet minder gezellig. Onze trouwringen vierden gisteren hun eerste verjaardag en wij vierden mee.

vrijdag 25 april 2003

Cadeautje
Vertwijfeld sta ik met het pakje in mijn handen. "Vlug, vlug voor hij thuis komt!" Ik pijnig mijn hersenen waar ik het pakje kan verstoppen. "Niet onder het bed verstoppen, want daar kijkt hij altijd. Niet in mijn kast, want daar kijkt hij ook altijd. In de auto laten liggen tot zondag is te riskant. In het bureau? In de kelder?" Dat heb je dus met samenwonen. Waar steek je iets weg, waarvan je zeker bent dat de ander het niet zal vinden. Maar nu heb ik een goed plekje gevonden. Maar dat verklap ik maandag pas, want enkele nieuwsgierige aagjes lezen dit weblog ook.
Verkiezingscampagnes
Alle kleuren van de regenboog kan je bewonderen in onze straat. Oranje, blauw, groen, rood, geel, ... . Glimlachende gezichten en welklinkende slogans. Het zijn weer verkiezingen en overal duiken de campagneborden als paddestoelen uit de grond. Op wankele houten pootjes staan ze in voortuinen, in de weides, langs de autostrades. En nu heb ik er genoeg van. Mijn oogjes zijn die beeldvervuiling moe. Als ik 's morgens de gordijnen opentrek grijnzen de slaapkamer in. Als ik naar mijn werk fiets lachen ze me vanop elke straathoek toe. Overal zijn ze met die vastgelijmde glimlach.
Ik doe niet mee. Bij mij geen politici aan de ruit. Voor mijn ramen hangen vrolijk gekleurde bloemetjes en een gedichtje. En dat is een verademing na een overdosis breed glimlachende gezichten. Geloof me!
Dansende vingers
Mijn vingers hangen als bevroren boven het klavier. En dat mag niet, zeker nu niet. Naast mij liggen meer dan tien teksten en interviews die moeten herschreven, bijgeschaafd en opgeblonken moeten worden. En dan helpen bevroren vingers niet. Vingers moeten dan niet roerloos zijn. Neen, ze moeten over het klavier vliegen. Van de ene letter naar de andere. In een razend tempo. Maar ze blijven koppig hangen. Nu en dan een aanslag om zich dan onmiddellijk weer op de delete-toets te parkeren. Geen inspiratie op dit moment.
Na een kwartiertje helicopteren is het voor mij genoeg geweest. Ik duik in mijn kast en haal hét wondermiddel boven. Klein, rond en heeft me al vele malen uit de nood geholpen. Bij de tonen van Amelie beginnen mijn vingers spontaan over het klavier te dansen. Ze springen vrolijk van de ene letter na de andere. De zinnen vloeien over het scherm. En als Amelie uitgezongen is dan heb ik nog Norah Jones, Chocolat en Heather Nova.

donderdag 24 april 2003

Oude bekende
Ik strijk met mijn vinger over het beeld. Ik weet dat ik die ogen nog gezien heb. Ze komen me bekend voor. Onderzoekend kijken ze terug. Dat haar, die wangen, die neus. Ze komen zo vertrouwd en toch weer vreemd over. Die trekken rond die mond, die lachrimpels
Pas als ik weer afstand neem herken ik haar. Mijn eigen zelfje.
Heb je jezelf al eens zo goed bekeken dat je je spiegelbeeld niet meer herkende?

woensdag 23 april 2003

In mijn hoofd
Het wemelde. Ik plaatste uitroeptekens, onderlijnde en hing post-itjes op met "to do" lijstjes tussen mijn vele hersenkronkels. Het was druk in mijn hoofd toen ik van een interview terug naar huis reed. Tot ik dit juweeltje op de radio hoorde. Het werd stil en rustig. Als een frisse lentebries die het stof wegblaast.
Na drie maanden
Hij zag blauw, groen en een beetje paars. Hij was dubbel zo dik als normaal. Mijn enkel leek op een klompvoetje. Mijn eigen schuld, want ik was niet voorzichtig met hem omgesprongen. Toen het dat ene weekend in februari zo gesneeuwd had, had ik in de achtertuin een flinke uitschuiver gemaakt. Met als resultaat een blauw-paarse enkel die niet meer bruikbaar was. Er was geen stappen meer bij. Ik kon me met twee krukken verder behelpen. Toch voor twee weken. Toen had mijn enkel besloten dat hij weer een klein beetje zou meewerken. Voorzichtig stappen, meer niet.
Dat was in februari. Ik ben in de voorbije maanden heel lief geweest voor mijn enkel. Zachtjes stappen, niet lopen, niet springen. We zijn nu eind april en ik dacht dat ie genoeg tijd gekregen had om weer een beetje op zijn plooi te komen. Ik stapte deze middag een beetje harder door dan normaal en dat ging prima. Ik maakte een klein sprongetje, mijn enkel gaf geen kik. Blij keek ik naar beneden. Het was weer in orde. Ik mag weer lopen, springen en rennen. Enthousiast hinkelde ik een rondje en dat ging goed, .... tot ik iets te hard neerkwam. Een pijnscheut vlamde omhoog en ik voelde me opeens heel erg slap en bibberig.
Beste enkel, ik zal het nog een paar maandjes voorzichtig aandoen. Want het is duidelijk dat je nog niet over die uitschuiver heen bent. Maar heeft er iemand ondertussen een idee hoe ik een beetje in beweging kan blijven zonder mijn enkel al te veel pijn te doen?
Nieuw seizoen
Het is lente en Brugge wordt overspoeld door toeristen. En echt, er lopen heel wat mooie exemplaren rond. Zoals de hordes Japaneesjes voorzien van fototoestellen, camera's en ander spul. Ze turen heel de trip door hun lens en zullen Brugge volgens mij pas gezien hebben als ze thuis hun opnames bekijken. Of de groepjes Italiaanse schonen. Mooi opgemaakt en hooggehakt trippelen ze door de straten. Meer geïnteresseerd in de kleding in de winkelstraten dan het Belfort, markt of Burg waar de gids hen heensleurt. Of de Amerikanen, steevast in short in de rij voor de frituur om de Belgische frietjes eens te proeven.
Ik vind ze wel grappig, die toeristen. Het is nooit saai om op straat te lopen, altijd is er wel iets om naar te kijken. Maar ik vind het niet grappig als een groep Duitsers mijn favoriete broodjeszaak uitkiest om te gaan lunchen en ik een half uur langer dan normaal moet aanschuiven.
Beken!
Wie heeft er deze morgen mijn ogen vastgelijmd?

dinsdag 22 april 2003

Even binnenpiepen
Groot en imposant staat hij in het binnentuintje op mijn werk. Op amper één meter van mijn raam. Een beeld van Romero. Gekerfd uit een oude eik en meer dan vier meter hoog. Het is een mooi beeld en ik kijk er graag naar. Maar ook de toeristen die zo talrijk in Brugge rondflaneren hebben dit beeld ontdekt. Sinds enkele weken worden dagelijks enkele groepen het binnentuintje binnengeloodst. Ze staan gezellig rond het beeld, poseren één voor één naast Romero.
Maar altijd is er wel eentje die met zijn rug naar Romero staat, niet geboeid door wat de gids te vertellen heeft. Hij duwt z'n neus tegen mijn raam en staart mijn bureau binnen. En altijd moet ik verschrikkelijk lachen als ik naar hen zwaai en ze opspringen als ze beseffen dat ik slechts op een halve meter van het raam zit.

maandag 21 april 2003

Er wordt nog aan gewerkt
Ik ben iemand die moeilijk zijn draai vind. Ik heb tijd nodig om me ergens thuis te voelen. Om alles zijn plekje te geven. Zo ook met deze site. Het feit dat ik eindelijk een log heb, vind ik geweldig. Hoe deze log eruit ziet zit me echter nog niet helemaal lekker. Het oogt wel mooi en gezellig, maar nog niet Kims. Zo wil ik graag een fotootje plaatsen, maar heb geen flauw benul hoe dat moet (HTML-nitwit enzo ...) Zo wil ik het de ene dag in appelblauwzeegroen en de volgende gewoon wit met zwarte lettertjes. Ik zal dus waarschijnlijk nog wat rommelen en opmerkingen, suggesties, commentaar zijn meer dan welkom hier juist een lijntje onder.
Oud klasgenootje
Ze stond op een kleine meter van me. P. waar ik zes jaar mee samen op de schoolbanken gezeten heb. P. die soms een hele leuke vriendin kon zijn maar meestal het bloed vanonder je nagels halen. Door de jaren heen onderworpen aan een heuse make-over, maar dat kan je van iedereen zeggen die je na vijf jaar terug ziet.
Ik twijfelde of ik haar zou aanspreken en toen ving ik haar blik. Uit de hoogte, haar mondhoeken in een smalende glimlach. Haar ogen dwaalden over het groepje vrienden waar ik mee op stap was. Over D. die met een sigaret in elk oor op tafel aan het drummen was. Naar J. die demonstreerde hoe je sigaretten kan roken door je neusgat. Ondertussen waren M. en D. een chocoladeneitje aan het pletten met bierkaartjes en mengden de smurrie met cola. De smalende glimlach werd ronduit spottend en ze draaide zich om.
Ik keek nog eens naar mijn vrienden waar G. en B. ondertussen een gevecht bierkaartjes gooien hadden aangevangen. Het was geen mooi gezicht, het was geen toonbeeld van ernst en diepgang. Maar hé, het was zaterdagavond, het was verschrikkelijk leuk en dit zijn mijn beste vrienden.
Daaaaaaaaaaaaaaaaag P.

zaterdag 19 april 2003

Sokken
Hij inspecteert zijn sokken aandachtig. In deze kan hij juist zijn pink erdoor wringen, dus dat gaat nog. Hmm, bij de tweede sok is er al ruimte voor meer dan twee vingers. Dat wordt op termijn problematisch, maar ze zijn nog niet afgeschreven.
Met veel swung trekt hij het derde paar aan, zonder de schade te inspecteren. Hij trekt en trekt tot hij ontdekt dat de sok al op kniehoogte zit. Een sok waar een gat zo groot als je voet inzit, daar is geen herstellen meer aan.
Moed
Als je vingers boven het klavier blijven zweven. "Zou ik wel? Durf ik wel? Kan ik wel?" De letters een voor een intoetsen en weer wissen. Een wervelende polka op het scherm van letters die komen en gaan. Je vingers steeds boven die zeven letters bewegen en dan eindelijk durven schrijven: "Ik mis je"
En dat zwart op wit de wereld insturen.

vrijdag 18 april 2003

24
24 jaar. Nu kan je niet meer met je handen tonen hoe oud je bent. Je hebt vingers tekort. Zelfs tenen als je die mee in de strijd werpt.
24 jaar. Het is bijna een kwart eeuw. Het is de peuter-, kleuter-, kinder-, tiener- en pubertijd al lang voorbij. Zelfs op de schoolbanken heb je de eindmeet al een tijdje gehaald.
24 jaar. De leuke helft van de 20 zit er bijna op. En te denken dat dat er voor mij ook zit aan te komen.
Een heel gelukkige verjaardag vriendinnetje I.

donderdag 17 april 2003

Niet slim
Visjes bakken
Visjes opeten
Graten en restjes in de vuilbak gooien
Je vindt ze een paar uur later gegarandeerd ergens onder de stoel, bed of tafel.
Ondernemende en handige poezen zijn niet altijd een zegen!
Stilte
Rust was deze middag ver te zoeken in onze straat. Buurman was zijn grasperkje aan het afrijden. Achterbuurman was bakstenen in stukjes aan het schijven, wat gepaard ging met een schril geluid. Ik was de deur aan het opschuren, wat zorgde voor een montoom gezoem. En het leek of ergens in de straat varkentjes geslacht werden.
(Dat was ondergetekende die luidkeels meezong met de walkman)
Leven
Het is een plaats waar ik niet graag ben. Een plaats die me droevig maakt. Maar toen ik vandaag langs het kerkhof fietste kon ik niet anders doen dan vrolijk lachen.
Op elk graf, elke steen, stonden vrolijk gekleurde bloemen. Tulpen, rozen, viooltjes, hyacinten. Het hele kerkhof was veranderd in een golvende zee van kleur. Tussen de graven liepen mensen in lichte zomerkleren.
Vandaag gonsde zelfs het kerkhof van leven.

woensdag 16 april 2003

Beste buurman,

Ik begrijp dat u vindt dat onze tuin er een beetje troosteloos uitziet. Geen plantjes, geen potten, geen tuinmeubelen. Enkel een hoge haag en wat gras. Maar geef ons wat tijd. We wonen nu ongeveer zes maanden in ons huisje en de opfriswerken aan de binnenkant staan hoger op ons prioriteitenlijstje dan de tuin.
Ik begrijp ook dat u niet blij bent met het rommelhoekje vlak aan het terras. Tegels, puin en wat nog allemaal meer. Tja, dat komt er nu eenmaal bij kijken als je binnen dingen uitbreekt. We hopen de hele boel zo gauw mogelijk naar het containerpark te verhuizen.
Ik weet ook dat u de haag het liefst uit de grond zou slepen en vervangen door een nette houten plank, maar wij zijn wat meer op het groen gericht en houden wel van mooie, stevige hagen rond ons.
Maar beste buurman, alhoewel ons tuintje nog niet aangelegd is, en er een hoekje vol vuilnis staat te wachten op een ritje containerpark-enkel, is het niet nodig om uw groenafval, tuinafval en restjes hout over de haag te keilen in onze tuin.

Met vriendelijke groeten,
Smerig
Heel voorzichtig strijk ik de borstel langs de deur. Goed uitkijkend dat ik niets mors, maar het is al te laat. Een dikke klodder spat open op de vloer. Ik zucht en strijk de deur verder in. De verf wordt een grijze smurrie. Met een spatel schraap ik die er voorzichtig af. Voorzichtig dat ik niets op me krijg. Want ondanks een pull met lange mouwen en plastic handschoenen sta ik vol met rode plekjes. Plekjes waar kleine kloddertjes me toch te pakken kregen.
Het is een feit. Het staat onomstotelijk vast. Verfafbijt is het meest smerige, ranzige, vieste spul dat er bestaat. En ik heb een gang vol met spatten van dat priksmeersel om het te bewijzen.

dinsdag 15 april 2003

Babel
We liggen samen in het gras. Mijn tenen strijken over de grassprietjes. De zon schijnt tussen de takken van de pruimenboom door. Hoe liefelijk dit tafereel ook klinkt, in het gras ontwikkelt zich een verbitterde strijd met Babel
De Armeniërs verhuizen en dan kan ik jouw tempel laten instorten, zegt Bjorn en hij grijnst me triomfantelijk aan. Ik lach liefjes terug en laat op mijn beurt twee van zijn tempels instorten. De buurvrouw die tot op dat moment druk in gesprek was zwijgt even om uit te vissen wat we aan het doen zijn. Bjorn laat zich niet kisten. Goed, dan gebruik ik de Hittiten om jouw bouwlagen te roven Weer stokt het gesprek aan de andere kant van de haag. En om het helemaal af te maken, bouw ik op deze tempel mijn zesde laag en dan denk ik dat ik gewonnen ben., lacht Bjorn.
Ik rol lachend op mijn rug. Ja, jij bent gewonnen. Ik strek me uit en geniet van de zon. In de verte hoor ik de buurvrouw zuchten. Ah, het is een spelletje!

maandag 14 april 2003

Vakantie
Er wacht op mij:
- een half metertje leesvoer op een rijtje
- films die ik dringend moet bekijken
- de zon die in mijn tuintje schijnt

maar ook:
- muren die moeten opgeschuurd worden
- muren die moeten behangen worden
- deuren die moeten behandeld worden met verfafbijt

Ik heb een weekje vakantie. Welk lijstje werk ik het best af?

zaterdag 12 april 2003

Was en plas
Vroeger stonden er bij ons thuis in de berging twee wasmachines. Eén grote-mensen-exemplaar en mijn eigen kleine wasmachientje. Het was maar 30 cm hoog, maar kon echt wassen. Ideaal voor mijn poppenkleertjes. Als mama onze kleren waste, zoemde mijn kleine wasmachientje gezind mee. Tussen de broeken en T-shirts die aan de waslijn wapperden, hingen ook kleine poppejurkjes. Als mama begon te strijken stond ik vaak aan haar benen te jengelen. "Mama, mag ik alsjebliehieft ook strijken, ik kan het echt. Mag ik alsjeblieft de handdoeken en zakdoeken strijken?"
Met het puntje van mijn tong uit mijn mond streek ik die lapjes stof. Heel nauwkeurig werden alle hoekjes glad gestreken. Netjes opgevouwen en nog eens gestreken.
Nu staat hier in een hoekje een hele berg was weg te kwijnen. Wachtend op een strijkijzer die hen weer in de juiste plooi zal stomen. Maar ik heb geen zin. Is er iemand die alsjebliehieft de zakdoeken en handdoeken wil strijken? Dan ben ik toch al een eind op weg.

vrijdag 11 april 2003

Fiets
Er is iets met mijn fiets. Er hapert iets aan het achterwiel. Trrr tr trrr tr trrr tr trrr tr, klinkt het. Je hoort me al van een behoorlijk eindje komen. Ik heb overal gezocht. De fiets ondersteboven gezet, alles geïnspecteerd. Gedemonteerd, wat er te demonteren valt. Ik kan niets vinden, maar toch hapert er iets.
Misschien laat ik het wel zo. Die rateling heeft eigenlijk wel een leuk ritme en vrolijkt de boel wat op.
Njammie
Ze strekken zich uit om toch maar een glimp te kunnen opvangen. Hijsen zich op aan de vensterbank die net een beetje te hoog is voor hen. Met glimmende ogen staan ze op hun tenen, te kijken naar al het lekkers. Nougat, pralines, chocolade-eitjes, ... . Ze wijzen elkaar aan wat ze zullen kopen. De één met een videocamera, de andere een fototoestel. Een dikke gids over toeristisch Brugge in hun hand gekneld. Twee kleine Japaneesjes.
Terreur
Het begint rond drie uur 's nachts. Acht kleine pootjes die stil over het parket sluipen. Heel voorzichtig tot aan de rand van het bed. Dan opeens piepen twee kattenkopjes boven de rand uit. Stil, zwiepende staarten en grote blinkende ogen. Langzaam klimmen ze op het bed, goed uitkijkend dat ze hun pootjes niet planten op benen of armen. Ze gaan in positie staan, hun staarten trillen van de voorpret. En dan .... totaal onverwacht … vallen ze aan.
Hobbes vliegt in volle vaart op Bjorns arm terwijl Wiebe op dat moment met dodelijke precisie naar mijn tenen duikt die vanonder het dekbed piepen. Ik schrik van de kleine nageltjes die opeens in mijn grote teen dringen en schop de aanvaller weg. Bjorn duwt zijn aanvaller ruw weg en verschanst zich onder de deken.
De twee trekken zich terug onder het bed en plannen een nieuwe aanval. Hobbes scherpt haar klauwen en test de degelijkheid van de rieten mand naast het bed. Het lawaai doet Bjorn vanuit zijn schuilplaats komen. Hij kijkt geërgerd op en daar staat plots een spinnende Wiebe voor zijn neus. MIAAAUWWW. Eten daar is het deze poezen om te doen. Maar zo snel laat Bjorn zich niet verslaan. Met een poes onder elke arm beent hij de kamer uit, zet ze in de gang en sluit de deur van de kamer stevig af.
Even rust, tot de slaapkamerdeur de nieuwe krabpaal wordt. Schraap, schraap, schraap. We kijken elkaar aan en duiken onder de dekens. Schraap, schraap, ... klinkt het nog steeds gedempt. En dan met een diepe zucht hijst Bjorn zich opnieuw uit bed en dondert de trappen af. Twee spinnende poezen in zijn kielzog. Ik hoor de brokjes rammelen in hun kommetje. Bjorn ploft opnieuw in bed en dan niets .... zalige stilte. Slapen.

's Morgens als ik moe en onuitgeslapen naar mijn werk vertrek kijken Hobbes en Wiebe me tevreden aan vanuit de zetel. Ze gapen en rollen zich in een bolletje. Alsof ze willen zeggen. "Slaapwel, wij zullen genieten van onze verdiende dagrust."

donderdag 10 april 2003

Jeugdsentiment
We hadden de kamer omgebouwd tot onze eigen turnzaal. Mijn broertje en ik. Hij was vijf, ik acht en we waanden ons circusartiesten. Onhandige handenstands, haasje-over en als absolute hoogtepunt de koprolsprong.
Vanop de salontafel nam ik een snoekduik naar de zetel en forceerde ondertussen iets wat moest doorgaan als een koprol. "Nu jij", lachte ik, terwijl ik uit de kussens van de zetel klauterde. Mijn broertje ging een beetje onzeker op het tafeltje staan. "Ik ga me geen pijn doen, hé?", vroeg hij. "Tuurlijk niet", verzekerde ik hem. "Spring gewoon zoals ik gedaan heb."
Hij trappelde nog even, veerde op en neer door zijn knieën om zijn sprong extra vaart te geven en zette af. Met zijn ogen dichtgeknepen nam hij een duikvlucht naar de zetel, maar die koprol kwam niet. Hij vloog over de zetel en knalde toen met zijn voorhoofd recht tegen de marmeren vensterbank.
Toen hij in tranen uit de zetel opkrabbelde zat de rechterkant van zijn gezicht onder het bloed. Zijn wenkbrauw lag helemaal open en het bloed stroomde in beekjes naar beneden. Met een pleister van Donald Duck op de wonde is mama met hem naar de spoedgevallen gereden waar ze de boel weer netjes naaiden. Het resultaat van zijn onfortuinelijke sprong is nog steeds te bewonderen in de vorm van een litteken.

Tja, het is misschien wat laat, maar broertje, het was toch niet zo makkelijk als ik zei. Misschien was je beter niet gesprongen. Sorry.
Dromen
"Waar was je deze middag?", vraag ik boos.
Hij kijkt me verbaasd aan. "Ik was op mijn werk, waarom?"
"We hadden toch afgesproken om samen te gaan eten", grom ik. "En dan kom je doodleuk niet af."
Nog meer verbazing. "We hadden helemaal niet afgesproken"
"Jawel, zeg ik. Gisteren toen we in de rij stonden in Disneyland vroeg je of ik iets te doen had."
Hij kijkt me veelbetekend aan.
In mijn hoofd speel ik de situatie nog eens af. We stonden in de rij in Disneyland. Het volgende moment vloog het wagentje waar we in zaten uit de bocht en werden we in een baan rond de aarde geslingerd.
Ik moet dringend minder geloof hechten aan mijn dromen!
Discman
Hoe ziek is mijn discman als ie Anouk - Gratuated Fool laat horen, terwijl de cd Amelie Poulain in zijn buikje zat?
Vonkjes
Alles wat ik aanraak begint te knetteren, overal springen er vonkjes over. Statische elektriciteit, misschien typisch voor deze periode van dit jaar, maar ik schrik toch telkens weer. De auto, de poes, de deur. Steeds knettert het en voel ik een klein elektrisch schokje. Toen ik vriendje Bjorn onlangs een dikke kus gaf voelde ik weer die statische elektriciteit. En toen zei hij al lachend: "Zie je wel dat er nog steeds vonken overspringen tussen ons!"

woensdag 9 april 2003

Spa natuur
"Wil je Spa bubbels of Spa natuur?", vraagt hij doodserieus. Even later heeft hij het over "briefen". Hij zal namelijk iedereen een brief sturen. Ik geniet van dit creatieve Nederlands. Maar het leukste is dat hij afkeer heeft van de eind-n. Kinderen wordt kindere, samen wordt same. En dat kwam voor in de volgende zin. "We zulle moete vrage of alle kindere same wille optrede".
Bijziend
Hij stond met zijn neus tegen de glazen winkeldeur gedrukt. Een oud mannetje. Met een lange beige overjas en bijpassend hoedje. Verscholen achter een grote donkere bril. Ietwat onzeker zakte hij door zijn knieën. Tot hij op ooghoogte kwam met de affiche die aan de ruit geplakt was en hij bewoog zijn hoofd van links naar rechts terwijl de letters van meer dan dertig centimeter hoog in zich opnam.
Brr
Kan iemand daarboven de verwarming terug aanzetten? Alles boven de 20° is prima.
's Ochtends
Als ik 's morgens naar mijn werk fiets zit er altijd een deuntje in mijn oren. Soms door een cdeetje met goed-humeur-muziek, soms met het digitale radiootje dat ik vriendje afhandig gemaakt heb. Terwijl ik door de straten sjees en over de kasseien dokker geniet ik van deze verbale en muzikale afleiding. Maar deze morgen was er geen deuntje. Mijn discman is hoogstwaarschijnlijk naar de vaantjes en de batterijtjes van mijn radiootje zijn helemaal leeg. Geen muziek voor Kim vandaag.
Het was koud, mistig en stil. Echt stil. Geen auto's, geen lachende tieners op de fiets, geen brommers die je de pas afsnijden. Hier en daar een enkeling die naar de bakker wandelde, maar voor de rest was het muisstil. Ik reed moederziel alleen in de straat. Het enige wat ik hoorde was mijn fiets die ratelde op de kasseistenen. Minstens even verfrissend en opwekkend als mijn goed-humeur-muziekjes.

dinsdag 8 april 2003

Tandarts
De hele dag word ik op hem attent gemaakt. Hij zit te kloppen, te duwen, te stampen, te trekken, ... . Hij doet alles wat maar enigzins pijn kan doen. Het is een klein pestertje en hij woont in mijn rechteronderkaak. In mijn verbeelding zie ik hem rondparaderen met een gemeen grijnsje. Als ik hier nu even duw, en daar een beetje trek? ... Jaha, dat voelt ze ook. Hmm, een welgemikte schop tegen deze zenuw. Whoehoew, dat doet blijkbaar veel pijn. En als ik nu ... . Volgens mij weet dat kiesje ook dat ik een heilige schrik heb van de tandarts. Van die stoel, die boor, dat doordringende gezoem, de geur, van alles. Hij weet het en blijft me treiteren. Maar nu is de maat vol. Eindelijk heb ik de moed verzameld om een afspraak te maken bij de tandarts ..... en dan blijkt dat die voor twee weken op vakantie is.
Oeps?
Ik vind mezelf vrij geëmancipeerd. Ik werk, zadel mijn vriendje met een deel van het huishouden op. Ik zucht theatraal als ik aan het strijken ben. Vind dat ons kindje later ook mijn familienaam moet dragen. Daarnaast ben ik niet bang voor het zwaarder werk. Tijdens de opfriswerken aan ons huisje schuur, schilder en kap ik vlijtig mee. Alles samen heb ik een goede portie "girlpower" met de papfles meegekregen. (Dankje, mama)
Maar gisterenavond is mijn vertrouwen in mijn geëmancipeerde-zelf beginnen wankelen. Ik stapte naar de auto, opende de deur en toen ik instapte vroeg ik mij af waar het stuur heen was. Ik stond aan de passagierskant van de auto. Gewoonte? Of toch niet zo geëmancipeerd?

maandag 7 april 2003

Getuite lippen
Ze stonden in het midden van het fietspad. Een jongen en een meisje beiden op een bromfiets. Heel onhandig probeerden ze elkaar te kussen. Ze draaiden met hun hoofden, tuitten hun lippen zo ver mogelijk. Maar een kus kon je het niet noemen. Steeds bleven hun lippen op meer dan 20cm afstand van elkaar. Hoe ze ook probeerden en tuitten, kussen was er niet bij. Lijkt me ook heel moeilijk als je je helm aanhoudt.
vertelseltjes
Naast me staat een doos, vol met boekjes, schriftjes en bekladde papiertjes. Het resultaat van een schrijvende kim. Allemaal kleine en grote kruimels uit mijn leven tot nu toe. Ik zie ze graag groeien, mijn vertelseltjes. Letter na letter, woord na woord. Vaak laat ik mijn vingers hun gang gaan en kijk verwonderd wat er uitstroomt. Mijn vertelseltjes worden groter en langer. Tot op het moment dat ik het laatste punt zet. Vanaf dan leiden ze hun eigen leven.
Aangenaam
Zo, hier ben ik dan. Verse kruimels in blogland.